Knuffels, je kent ze wel. Van die gevulde lapjes stof die lekker zacht aanvoelen, waar kinderen zo gehecht aan zijn, vaak nog meer dan aan hun ouders. Van die dingen waar ouders juist vaak nog meer op moeten letten dan op hun kind, want stel je voor dat het ding kwijtraakt!
Ook mijn kroost heeft knuffels. De oudste is trouw aan 1 knuffel die hij vanaf het allereerste moment omarmde om niet meer los te laten. Vele malen is het lapje stof inmiddels al gewassen (wat gelukkig nooit een probleem was, zolang meneer zijn knuffel zelf maar in een waszakje mocht stoppen voor een douchebeurt) en inmiddels is geen enkele vezel van het ding nog origineel. Van een lijfje dat ik verving, tot nieuwe handjes of voetjes, een nieuw gezichtje, alles is inmiddels vervangen.
Al snel was duidelijk dat dit de favoriet was en dus besloot ik een poging te wagen er zelf 1 te maken. Dan hadden we in ieder geval een reserve exemplaar. Deze 2.0 versie is nooit verder gekomen dan wannabe-knuffel. Sterker nog, ik zou niet weten waar die is. Andere knuffels zijn een betere reserve geworden. Ondertussen verkocht ik ze ook via de webshop, dus het lag niet aan het soort knuffel. Het was gewoon niet zijn 1.0.
Dus toen de jongste onderweg was, besloot ik er meteen maar 2 te maken. Twee dezelfde, die we dan afwisselend bij ‘m zouden leggen, zodat ze hetzelfde zouden ruiken en gelijkmatig zouden verslijten. Dit werkte prima, al bleek de jongste van een heel ander kaliber dan zijn broer. Voor dit exemplaar geldt niet; less is more. Hier is het credo ‘more is better’. Hij heeft het liefst zoveel mogelijk knuffels in zijn bed, in allerlei soorten, maten en kleuren. Met de jaren heeft hij wel een favoriet gekregen en dat was natuurlijk niet het duo dat ik gemaakt had. Nee, het bleek een konijn te zijn. Konijn heeft namelijk iets meer om het lijf om mee te knuffelen en de jongste knuffelt graag, dus dat zal het wel zijn. Konijn en hij gaan stiekem ook al lang terug. Konijn diende geregeld als kussentje om mijn buik te ondersteunen in de nacht, terwijl onze jongste nog niet geboren was. Stiekem hebben ze elkaar tijdens deze nachtelijke uren vast al eens gesproken en besloten dat ze goede maatjes zouden worden.
En toen gingen we op reis en rees bij mij de vraag; wat doen we met de knuffels? Want dat er een knuffel mee zou moeten, dat was wel duidelijk, maar of het verstandig was de meest favoriete knuffel mee te nemen…. Daarbij, de knuffel van de oudste paste nog wel in ons inpak-regime, maar konijn had nog steeds teveel om het lijf om fatsoenlijk bij de handbagage te passen. En wat als de knuffels kwijt zouden raken? Dan was Azië wel heel ver weg om een knuffel alleen achter te laten.
En dus stelde ik de mannen voor: Wat als ik een reisknuffel maak? Je mag zelf de stof uitkiezen, wat voor oogjes (wakker of slapend), de kleur en dan nemen we deze knuffels mee op reis, op avontuur. De andere knuffels zouden dan op de opa’s en oma’s mogen passen. En zo geschiedde.
Er werden zorgvuldig wat aaibare stoffen gekozen, al dan niet met ‘matching colours’ en ik kon aan de slag. Ruim voor vertrek mochten de reisknuffels al mee naar bed, zodat ze vast vertrouwd werden. Dat het lijfje meteen ook een slaapzakje is, vinden de jongens helemaal tof. Ik ook blij, want in de handbagage nemen ze weinig ruimte in.
Op de dag van vertrek werden alle andere knuffels zorgvuldig verdeeld over de opa’s en oma’s om op hen te passen, maar het afscheid bleef wel even lastig.
De reisknuffels zijn omarmd en hebben prachtige dingen gezien en meegemaakt. Als we in een hotel sliepen, vonden we ze vaak keurig netjes ingestopt op bed door de dames die hadden schoongemaakt. Inmiddels zijn ze ook geaccepteerd door de achterblijvers. Ook de reisknuffels liggen nu in de bedden erbij. Wie weet, mogen ze nog een keer mee.